Deze keer ga ik het hebben over Executieve Functies. In mijn vakgebied korten we dit meestal af tot EF. Het heeft alles te maken met plannen, hoofd- en bijzaken uit elkaar houden en prioriteiten stellen. Veel mensen met autisme vinden dit lastig en vaak zelfs zo moeilijk dat ze stagneren. Een ‘error’ ervaren.
Wat als voor jou alles even belangrijk is? Dat alles evenveel prioriteit heeft en je hier niet zelf uitkomt? Dat is wat iemand met autisme ervaart. Alles is even belangrijk, dus ik moet alles doen. Of: alles is even belangrijk, waar moet ik beginnen? Ik weet het niet, dus doe ik niets!
Plannen en lijstjes
Concrete voorbeelden die mijn cliënten mij vertelden:
*Ik kan wel koken, maar als de bel gaat als ik aan het koken ben, komt het niet bij me op de deur te openen.
*Ik wil mijn huis wel schoonmaken, maar ik weet niet in welke volgorde (wat een gevoel geeft van nooit klaar zijn en daarom beginnen ze er maar niet aan).
*Mijn ‘aanknop’ is kapot, iemand moet mij letterlijk in beweging zetten.
*Ik start de computer op om mijn huiswerk te maken, maar beland op internet of doe een spelletje en dan vergeet ik mijn huiswerk.
Dit zijn natuurlijk maar enkele voorbeelden. Met mijn cliënten ga ik plannen. We creëren overzicht, maken lijstjes. Alles om te laten ervaren hoe het anders kan. Door op te schrijven wat jouw taken zijn en in welke volgorde je ze uit kunt voeren, krijg je weer houvast. Kan er rust komen. Ik begeleid je, zie de verandering. Soms verwateren de lijstjes, hebben cliënten het lijstje niet meer nodig. Heerlijk. Tot het moment dat er iets verandert. Een vakantie, weer gaan werken, toetsweek, elke verandering kan de structuur omver gooien. Daarom leer ik mijn cliënten direct ook te werken met een plan B. Lijstjes maken is hierbij een middel, niet het doel op zich.
Zelf doen
Vorige week moest ik van een cliënt mee naar zijn keuken. Hier hing een planbord met daarop alleen wat hij nodig had. Op zijn eigen manier, want alleen dan werkt het. Eigenlijk wilde hij niet plannen. ‘Ook dat nog’, was zijn reactie. Maar ik pak door en als we dan toch een overzicht hebben met vrije momenten hoor ik een zucht. ‘Kijk dat is fijn. Ik heb blijkbaar meer rust dan ik dacht’.
Een andere cliënt kwam ziek thuis en belde mij bijna in paniek want ze wist niet hoe ze de dag door moest komen. Via de telefoon zijn we samen op zoek gegaan naar een goede daginvulling. Het is niet dat ze het zelf helemaal niet kan verzinnen, maar het schakelen van ‘ik moet werken’ naar ‘ik ben ziek thuis’ lukte niet. Ze weet heel goed waarom een goede balans tussen rust en actie belangrijk is. Het past alleen niet in het dagritme om op dat moment thuis te zijn. Daarover ga ik met haar in gesprek, ze kan het een plekje geven en vindt rust.
Een blauw jurkje
Of het voorbeeld dat ik mijn collega-ondernemer laatst vertelde. De zus van een cliënt ging trouwen en zij, mijn cliënt dus, werd gevraagd een blauw jurkje aan te doen. Ze was naar een winkel gegaan en toen kwam het. Hoe lang moet dit jurkje zijn? Met lange mouw, korte mouw of helemaal geen mouw? Lichtblauw, donkerblauw, hemelsblauw, welke kleur blauw?!? Welke stof? Mijn collega lachte. ‘Dan vraag je toch wat de bedoeling is?’ Ja, maar voor iemand met autisme is dat niet vanzelfsprekend. Het kan leiden tot paniek of zelfs een ‘error’.
Net als de vraag ‘wil jij bij de bakker een brood kopen’. Dat is voor mensen met autisme veel te vaag. Weet je wel hoeveel soorten brood er zijn?!!
Duidelijk communiceren
Wees in je communicatie met mensen met autisme dus zo specifiek mogelijk en vraag aan ze of ze jouw vraag/opdracht begrijpen. Ook bij mensen zonder autisme is dit overigens fijn.
Ik leer mijn cliënten zelf vragen te stellen als iets niet duidelijk is. Dat ze vragen mogen en kunnen stellen is vaak een enorme eye opener. Dat bedenken ze zelf niet.
Loop jij in jouw communicatie ook soms vast? Wil jij leren hoe je dit kunt verbeteren? Bel of mail me, dan praten we erover en maken samen jouw leven een stuk rustiger.
Recente reacties